Auto-ongeluk

Auto-ongeluk
maandag 15 februari 2021

Zware kost. Dat is wat ik denk bij de melding van overlijden die binnenkomt: een echtpaar, omgekomen bij een auto-ongeluk.

Totale ontreddering is hetgeen je aantreft als een overlijden zo acuut heeft plaatsgevonden. Ik tref hier drie kinderen in de leeftijd tussen 15 en 23 jaar aan, die vol ongeloof en totaal in shock in de huiskamer zitten te wachten. Te wachten, op wat eigenlijk? Dat er iemand komt vertellen dat het niet waar is? In ieder geval niet op iemand die vragen gaat stellen over hoe en wat met betrekking tot de uitvaart. Ik besluit hen alleen maar te laten vertellen, wat is er gebeurd? Eerste keer dat pa en ma zonder de kinderen op vakantie gingen. Er is regelmatig contact geweest, de jongste verheugde zich erg op hun thuiskomst, want het was toch maar akelig stil zonder pa en ma thuis. En op weg naar huis, circa vijftig kilometer voor de thuisbasis, is vader door een onbekende oorzaak de macht over het stuur verloren en reed tegen een boom. Beiden op slag dood.

Dan weet je toch ook geen zinnig woord te zeggen? We zitten nog wat zwijgzaam bij elkaar, inmiddels komen er een oom en tante binnen. We praten wat over wat de mogelijkheden zijn. Thuis opbaren behoort niet tot de wenselijke opties; vader en moeder zullen overgebracht worden naar een mortuarium en daar verblijven tot de dag van de uitvaart. De kinderen willen hen niet meer zien. Ik besluit hen niet op dit moment te vertellen dat het misschien toch raadzaam is om afscheid te nemen, al is het maar alleen van de hand of een voet, als het echt niet mogelijk is om hen nog te aanschouwen. Het is inmiddels 20.00 uur en ik stel hen voor morgen terug te komen.

Terwijl ik naar huis rijd, neem ik contact op met het mortuarium. Het blijkt dat het best mogelijk is om afscheid te nemen. Met deskundigen wordt er hard aan gewerkt om vader en moeder er optimaal uit te laten zien. Nog dezelfde avond wordt dat geregeld. De volgende ochtend ga ik naar het mortuarium en constateer ik zelf dat afscheid nemen nog heel goed mogelijk is. Ik weet hoe belangrijk het is dat de kinderen toch echt zelf kunnen aanschouwen dat vader en moeder echt dood zijn. Alleen maar vertellen is onvoldoende; zij moeten er hun leven mee verder kunnen dat hun ouders uitgelaten vertrokken zijn op vakantie en echt niet meer thuis zullen komen doordat de dood roet in het eten gooide. Ik ga naar hen toe, vertel dat ik hun ouders gezien heb en dat afscheid nemen zeker mogelijk is. Eerst is er weerstand, maar als ik de tijd neem hen uit te leggen hoe belangrijk het is om visueel te erkennen dat twee gezonde mensen zo plotseling zijn overleden, begrijpen ze het, en gaan ze in op mijn uitnodiging om dit weloverwogen en zorgvuldig aan te gaan.

De volgende ochtend ga ik met hen naar het rouwcentrum. Ik heb geregeld dat de ouders inmiddels daar zijn opgebaard. De sfeer is goed en ik kan er alle gelegenheid aanbieden dit proces te begeleiden. Het wordt een gedenkwaardig moment. Zo’n verdriet, zo’n tastbaar verschil in 'horen' en 'zien' dat ze zijn overleden. Een half jaar na het overlijden wordt dit ook nog eens bevestigd door een brief die ik van de oudste krijg, dat hij er nog vaak aan terugdenkt en zo blij is dat hij afscheid heeft kunnen nemen. Op de dag van de uitvaart is het voelbaar dat alle aanwezigen onder de indruk zijn van twee kisten in de aula van het crematorium; een ongewone aanblik immers. De sprekers zijn indrukwekkend, de muziek in de vorm van een celliste passend bij deze diepe treurnis.