Onnatuurlijk: eerst dochter, nu moeder....

Onnatuurlijk: eerst dochter, nu moeder....
maandag 16 augustus 2021

Toen ik nog niet zolang als uitvaartbegeleider werkte, mocht ik de uitvaart verzorgen van een jong meisje (toentertijd 23 jaar) dat de diagnose kanker had gekregen en niet lang daarna overleed. Het was een gebeurtenis die diepe indruk op mij maakte.

Nu word ik gebeld door haar moeder met wie ik in die verdrietige tijd een mooi contact kreeg. Ik mocht haar en haar kinderen begeleiden in die bijzondere periode tussen overlijden en uitvaart. Een intieme periode was het, ik maakte veel mee in het gezin en ben daardoor veel sympathie gaan voelen voor de alleenstaande moeder die haar gezin zo koesterde. Ze belt me nu om te vragen of ik wil komen om haar éigen uitvaart voor te bereiden. Veel te vroeg… ze moet haar 64ste verjaardag nog vieren.

Bij onze ontmoeting vertelt ze me dat zij onlangs zelf de diagnose kanker heeft gekregen. We hebben een emotioneel weerzien en een bijzonder gesprek. Alhoewel ze aldoor een zeer sterke indruk maakte na de dood van haar dochter, vertelt ze me dat ze er zelf van overtuigd is, ziek te zijn geworden van verdriet. Het verlies van haar dochter heeft ze geen plek kunnen geven. Zoveel diepe gevoelens van verdriet; ze deed zo haar best het te aanvaarden en het leven van alledag weer op te pakken. Maar bij tijd en wijle wordt ze overspoeld door voor haar bijna ondraaglijke gevoelens van gemis, boosheid en verdriet. Rouw is rauw.

Wij bespreken al haar wensen. Eigenlijk is het eerst meer een evaluatie van de uitvaart van haar dochter. We spreken over de intieme sfeer die er in die week van afscheid in haar huis heerste. De jongelui die van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat over de vloer kwamen, met wie zo’n enorme intimiteit en saamhorigheid werd opgebouwd. Ze geeft aan het precies zó te willen. In haar eigen woning opbaren, verzorgd worden door haar drie zusjes en haar twee kinderen, in die periode weer gezamenlijk in hun ouderlijk huis, dichtbij haar. En zij het middelpunt, in haar bed in de huiskamer, waar iedereen omheen kan zitten. Eén ding wil ze zeker anders. Ze heeft, in tegenstelling tot haar dochter die gecremeerd werd, de uitdrukkelijke wens om begraven te worden. Ze is niet gelovig, maar wil graag op de begraafplaats bij haar moeder in het oosten van het land worden begraven. Haar moeder leeft nog en zou het zeer op prijs stellen haar dochter weer dichtbij zich te hebben na haar overlijden. Ze vraagt me of dat kan. Ik vertel haar te zullen informeren en er op korte termijn op terug te komen.

Enkele dagen later ga ik naar haar toe. Met de bevestiging onder mijn arm dat begraven op de door haar gewenste begraafplaats mogelijk is. En een kostenbegroting, zodat ze ook zichzelf gerust kan stellen dat de kosten van de door haar gewenste uitvaartinvulling opgebracht kunnen worden uit haar beperkte nalatenschap. Ze is er zichtbaar opgelucht over als we een en ander besproken hebben. Dan vraag ik haar of ze al heeft overwogen wat te doen met de as van haar overleden dochter. Die staat in de speciaal door haar gekozen hartvormige urn op het nachtkastje naast haar bed. Ik stel haar voor deze bij haar in de kist te leggen na haar overlijden, zodat moeder en dochter weer bij elkaar zijn. De gedachte dat te kunnen doen emotioneert haar. Ze is blij dat ze, samen met de as van haar overleden dochter naast haar, naar haar ouderlijke woonplaats zal terugkeren.