Zijn hond beslist!

Zijn hond beslist!
maandag 28 februari 2022


Exact 24.00 uur; in de verte hoor ik een vliegtuig overkomen en de maan schijnt precies door een kier van de gordijnen. Dan, net als ik mijn ogen dicht doe, gaat de telefoon enverlicht de blauwe gloed het plafond. “Ik hoop niet dat ik u wakker heb gebeld, maar mijn opa is zojuist overleden en de rest van mijn familie zit in Spanje.” Ik schat in dat de jongeman nog geen 25 jaar oud is en leg hem uit hoe we alles in gang kunnen zetten. Een aantal maal hoor ik hem snikken, maar hij vermant zich keer op keer. “Het was mijn 'favo' opa, hij heeft mij alles bijgebracht over de natuur.”

In de ochtend word ik gastvrij ontvangen door een wat slungelige jongen met rode ogen, een lief gezicht waar de vrolijkheid even uit is. Na het openen van de kamerdeur zie ik op een vaalgroen kleed een zwarte golden retriever; hij zit rechtop, maar zijn oren hangen droevig. “Dit is Hubertus”, zegt de jongen met een glimlach, “opa heeft hem vernoemd naar de patroonheilige van de jacht. Ik schaamde mij eerst altijd rot als ik hem buiten moest roepen, maar nu ben ik eraan gewend. Ik ga mijn ma vragen of wij hem in huis mogen nemen, 't is toch je vriend hè, zeker nu.”

Spanje is via Facetime heel dichtbij en we kunnen die dag al heel wat benodigde acties in gang zetten. De dochter geeft aan dat opa op de natuurbegraafplaats van Landgoed Baest wil rusten en we nemen de mogelijkheden door. “Hij zei altijd: 'Ik wil in mijn houten jas eeuwig rusten in de vrije aarde'.” De dag erna lopen de jongen, Hubertus en ik over de natuurbegraafplaats. Na een poosje gelopen te hebben, rukt Hubertus de riem uit de hand van de kleinzoon en rent het bos in. Op een open plek met felgroen mos gaat hij liggen. De jongen roept en roept, maar Hubertus beweegt zich niet, hij legt zijn kop te rusten op het zachte mos en verroert zich helemaal niet meer. “Dit is de plek!”, roept de jongen hard, zo hard dat wij er beiden van schrikken. “Dit is de plek waar opa mag rusten.”

“Els, hoe krijgen we nu Hubertus weer mee?”, vraagt hij. Ik loop richting de hond, maar hij lijkt al te weten dat wij het begrijpen, en komt uit zichzelf weer naar ons toe. Zijn oren staan anders, hij lijkt ineens weer blijer. Bijzonder zo’n dier, die lijken soms toch meer te weten dan wij beseffen. Bij thuiskomst is de familie ook net aangekomen en na wat omarmingen en heel veel tranen, vertelt de jongen enthousiast zijn verhaal. De door de hond gekozen locatie is nog beschikbaar. Op de uitvaartdag wordt, heel passend, een laatste groet gebracht door zijn beste vrienden, een achttal in het groen geklede jachthoornblazers. De laatste wandeling, zo statig en mooi, een zwart paard voor de boerenkar, de kist met in de natuur geplukte bloemen erop, en Hubertus die los loopt, direct achter de kar.

“De hele dag, alles, gewoon precies zoals opa het had gewild”, zegt de jongen na het laten zakken van de kist tegen mij. Hij lijkt stoerder, roept Hubertus en loopt na 'tot ziens lieve opa' gezegd te hebben, terug over het met bladeren bedekte zandpad.