
Uitspraken van oma
08 mei 2025Soms lijkt 86 jaar heel oud, alleen voor familie en vrienden is 86 vaak toch te jong om afscheid te nemen van het leven. Zeker als de oma zo’n markant persoon is, die nu voortleeft in haar, soms wel, boute uitspraken.
Zij was al 11 jaar weduwe en kon zich prima redden, Alzheimer werd echter haar vonnis. De zware boodschappen brachten de kinderen en soms namen de kleinkinderen deze taak even over. Het viel wel op dat er meer en meer voorraad in huis kwam van zaken die oma zelf inkocht. Heel veel boter, suiker en nog diverse andere etenswaren, ook bederfelijke waar, die de koelkastbezoeker dan weg moest gooien. Oma dacht dat alles zojuist nog vers was ingekocht. Deze problemen waren echter te overzien en de lokale supermarkt was er vast tevreden over.
“Zorg dat je vandaag leeft en beleeft, morgen is nog ver weg en brengt het onvoorziene”, was één van haar uitspraken. Een uitspraak die meer en meer op haarzelf van toepassing was. Sommige van haar uitspraken vielen minder goed, bijvoorbeeld: “Pesten is een vorm van vrije meningsuiting.”
“Als je in haar hart keek, bedoelde ze het goed, denk ik” zei de dochter. De drie kinderen hadden geen warme jeugd gehad, het was moeilijk geweest om genegenheid te vinden. Oma had er zelf geen verklaring voor en wilde er ook niet over spreken, maar over het algemeen dachten de kinderen dat zij zelf ook de liefde had misgelopen. Het huwelijk was niet bijzonder warm geweest. Als slagersvrouw, in de zaak van haar ouders, die ze met haar man had overgenomen, was ze altijd aan het werk geweest. Volgens haar zelf was er dan ook geen tijd voor geweest. Praten over gevoelens werd thuis niet geserveerd.
Een uitspraak die de dochter zich nog goed kon herinneren was: “Wij hebben altijd hard voor jullie gewerkt, dat je goed te eten had en warme kleding kon dragen in de winter. Prietpraat hadden wij geen tijd voor. Het gaat nu toch goed met jullie? Zelfstandigheid staat op één, als je het leven goed door wilt komen”.
Zelfstandig waren ze zeker, ieder een eigen mening en ook bereid om naar de ander te luisteren. Zij wilden alle drie een stuk schrijven en op de uitvaartdag voordragen, ik was benieuwd wat het zou gaan worden. Toen ik de netjes getypte stukken binnenkreeg en doorlas, stonden de tranen in mijn ogen. Het was een eerlijke tekst, soms best kritisch, maar over het algemeen begripvol en hartelijk. Zij schreven alle drie even mooi en hadden mijn advies van overleg ter harte genomen, om dubbele verhalen te voorkomen.
In elke geschreven regel zat gevoel, zij gaven ook aan dat oma op haar 86ste nog veel vrienden had overgehouden en dat zij nu blij waren, dat er zoveel ouderen aanwezig waren. Oma was vreemd genoeg wel altijd heel hartelijk geweest naar anderen, naar vrienden, bekenden en zeker ook naar de verzorging in het huis, waar ze de afgelopen 1,5 jaar had mogen verblijven. “Het blijft ons een raadsel waarom zij dat wel kon, maar niet naar ons”, zei de dochter.
Toen tijdens de dienst alles was gezegd en de tranen waren gedept, sloot de dochter, na een korte adempauze, haar speech af met: “Genoeg prietpraat, zij is nu op weg naar het onvoorziene, maar mijn mama blijft voor altijd in ons hart.”
« terug naar overzicht