Pretty in pink
Ze was weer thuis komen wonen toen ze te ziek werd. 24 jaar was ze. Ze vond het moeilijk om haar eigen huis achter te laten, maar het ging niet meer. Haar moeder kon haar hier beter verzorgen. In haar roze meisjeskamer. Haar vrienden kregen thee en koffie boven in de slaapkamer, en beneden aan de grote keukentafel een biertje voor hun vertrek naar de dorpskroeg. Net als vroeger. Ze had zelf uitgezocht wie haar begrafenis zou moeten verzorgen: ‘Die wil ik. Zij lacht.'
Haar moeder en broer vertellen over de laatste dagen van hun sprankelende, blonde meid. Hoeveel behoefte ze eraan had om haar vrienden om zich heen te hebben. Hoe weinig ze nog maar sprak. Dat haar vriendinnen haar nagels de dag ervoor nog roze gelakt hebben. Want dat was haar lievelingskleur gebleven. Dat ze zelf heel veel foto's had uitgezocht voor haar rouwkaart. Ik moest maar kiezen, zij kon het niet. En dat het zo jammer is dat ze toch nog op het laatste moment naar het ziekenhuis moest. Tijdens ons gesprek komt de rouwauto voor rijden: ze wordt thuisgebracht. De verzorgers dragen de brancard met haar lichaam naar boven en leggen haar in bed. Haar kamer heb ik al met een van haar vriendinnen voorbereid. Overal kaarsen en bloemen, mooi beddengoed. Roze bloemen. Haar moeder helpt met de laatste verzorging van haar kind. En als ze haar lievelingsspijkerbroek en roze top met vestje aan heeft, doet haar beste vriendin haar make-up.
Als ik de dagen erna binnenkom zijn er steeds jonge mensen in huis. Ze zitten naast haar bed of beneden aan de keukentafel met haar broer. Op de dag van het afscheid dragen acht jongemannen haar het huis uit. Buiten vormt de rest van de vriendengroep een erehaag naar de witte rouwauto. Allemaal in zwart gekleed en ieder een roze roos in de hand. De zaal zit stampvol. Keihard klinkt 'A sky full of stars' van Coldplay. Op het grote scherm zien we een blond meisje opgroeien tussen vriendjes en vriendinnetjes. Sommige gezichten herken ik van de afgelopen dagen.
Vanuit de begraafplaats lopen we naar hun stamkroeg. Een grote portretfoto staat op de toog. Roze ballonnen zweven tegen het plafond. Als ik na anderhalf uur wegloop, hoor ik dat de muziek een tandje hoger wordt gezet: Coldplay, 'Viva la vida'.